Voor hulp of inlichtingen over het levenseinde
De Federale Controle- en EvaluatieCommissie Euthanasie
De Federale Controle- en EvaluatieCommissie Euthanasie (verder in deze tekst omschreven als de Federale Commissie) werd bij wet opgericht om te evalueren of een uitgevoerde euthanasie aan de voorwaarden van de euthanasiewet voldoet.
Het is dus een controle achteraf nadat de euthanasie reeds heeft plaatsgevonden. Dit met het doel de arts-patiënt relatie te respecteren. Indien de controle voorafgaand zou dienen plaats te vinden, m.a.w. indien de arts de goedkeuring van de commissie zou moeten afwachten vooraleer tot euthanasie te mogen overgaan, dan heeft dit niet alleen een invloed op de intimiteit van deze relatie, maar riskeert de patiënt ook nog (te) lang te moeten wachten en nodeloos te lijden.
De federale commissie euthanasie bestaat uit 16 leden (en 16 plaatsvervangers): 8 Nederlandstaligen en 8 Franstaligen. Er zetelen 8 artsen, 4 juristen/advocaten en 4 professionelen (psychologen, verpleegkundigen, …) in die praktijkervaring hebben met ernstig, ongeneeslijke zieke patiënten.
De wet voorziet een pluralistische samenstelling van de commissieleden: er zitten dus zowel voor- als tegenstanders van de euthanasiewet in.
Uit het voorgaande volgt logischerwijs dat in de commissie artsen zetelen die zélf in euthanasie-procedures kunnen betrokken zijn.
Nadat een arts een euthanasie heeft uitgevoerd dient hij een vervolledigd registratiedocument toe te sturen aan de federale commissie euthanasie. De commissie oordeelt aan de hand van dit document of de voorwaarden van de wet werden gerespecteerd:
- het betreft een wilsbekwame patiënt met een vrijwillig verzoek, die ondraaglijk lijdt ten gevolge van een ernstig, ongeneeslijke aandoening
- of het gaat over een patiënt in coma die een voorafgaande wilsverklaring euthanasie heeft opgesteld.
Bovendien worden ook nog de andere wettelijke vereisten nagegaan zoals: ‘is het mondeling verzoek schriftelijk bevestigd, werden alle (palliatieve) behandelingsmogelijkheden besproken, werd overlegd met het verzorgend team, werden de familieleden ingelicht die door de patiënt werden aangeduid, beschikt de comateuze patiënt over een voorafgaande wilsverklaring euthanasie, …’.
De beoordeling door de commissie gebeurt anoniem: de commissieleden kennen noch de naam van de betrokken arts(en) noch de naam van de patiënt. Wanneer er niet zorgvuldig kan geoordeeld worden - bv. door het ontbreken van gegevens - beslissen de commissieleden bij gewone meerderheid om de anonimiteit op te heffen om de betreffende behandelend arts om bijkomende inlichtingen of meer dossiergegevens te vragen. De behandelend arts kan ook uitgenodigd worden op de Commissie om toelichting te geven.
De Commissie fungeert eigenlijk als een buffer tussen de artsen en het gerecht. Ze oordeelt soeverein over het globale dossier en kan dit goedkeuren, zelfs bij een procedure-fout (bv. het mondeling verzoek werd niet op schrift gesteld).
Wanneer de Commissie oordeelt dat een belangrijke voorwaarde van de wet niet werd gerespecteerd (bv. twijfels over de wilsbekwaamheid van de patiënt), wordt bij tweederde meerderheid het dossier overgemaakt aan de gerechtelijke instanties voor verder onderzoek.
Uiteraard kan hiernaast door om het even wie nog klacht worden neergelegd bij het parket. Meestal neemt het parket dan contact op met de Commissie.
Alle werkzaamheden en aanbevelingen van de Commissie worden tweejaarlijks in een rapport samengebracht en overgemaakt aan het parlement. Deze verslagen kan u hier raadplegen.
De taak en de bevoegdheden van de Federale Commissie zijn wel omschreven, maar echter beperkt te noemen.
Ten slotte kan de Federale Commissie enkel oordelen over de aangegeven (geregistreerde) euthanasies en dus niet over de niet aangegeven euthanasie-gevallen.